Nederlandse Grammatica voor Anderstaligen

In het binnen- en buitenland houden steeds meer mensen zich bezig met het Nederlands als tweede of vreemde taal. Het is belangrijk zich in werksituaties, maar ook in alledaagse situaties correct te kunnen uitdrukken. Een goede beheersing van en inzicht in de grammatica van het Nederlands is daarvoor noodzakelijk. 

Nederlandse Grammatica voor Anderstaligen is bedoeld als een gebruiksgrammatica en is niet alleen geschikt voor degene die de taal leert, maar ook voor degene die het Nederlands als tweede of vreemde taal onderwijst. Op een overzichtelijke wijze behandelen de auteurs met name die grammaticale onderwerpen die juist voor anderstaligen problemen opleveren. Een uitgebreid register vergemakkelijkt het gebruik van deze grammatica als naslagwerk.

Inhoud:

• Hoofdstuk 1 De spelling - orthografie
• Hoofdstuk 2 Het lidwoord - artikel
• Hoofdstuk 3 Het substantief - zelfstandig naamwoord
• Hoofdstuk 4 Het adjectief - bijvoeglijk naamwoord
• Hoofdstuk 5 Het werkwoord - verbum
• Hoofdstuk 6 Het personaal pronomen - persoonlijk voornaamwoord
• Hoofdstuk 7 Het reflexief pronomen - wederkerend voornaamwoord
• Hoofdstuk 8 Het possessief pronomen - bezittelijk voornaamwoord
• Hoofdstuk 9 Het demonstratief pronomen - aanwijzend voornaamwoord
• Hoofdstuk 10 Het relatief pronomen - betrekkelijk voornaamwoord
• Hoofdstuk 11 Vraagwoorden - interrogativa
• Hoofdstuk 12 Het telwoord - numerale
• Hoofdstuk 13 Onbepaalde woorden - indefinita
• Hoofdstuk 14 Het adverbium - bijwoord
• Hoofdstuk 15 Het adverbium er
• Hoofdstuk 16 Verbindingswoorden - conjuncties en sommige adverbia
• Hoofdstuk 17 Preposities - voorzetsels
• Hoofdstuk 18 De negatie - ontkenning
• Hoofdstuk 19 Zinsbouw - syntaxis
• Hoofdstuk 20 Naamvallen - casus
• Hoofdstuk 21 Homoniemen 
• Aanhangsel
• Register